NLENFR

Energiewijken


© Mieke Debruyne, 2020

Naar een collectieve renovatie van ons woningenbestand.

Hoe verbeteren we de energieprestatie van ons gebouwenpatrimonium op een collectieve en betaalbare manier, niet alleen om CO2-emissies terug te dringen en onze duurzaamheidsdoelstellingen te behalen, maar ook om lokaal ondernemerschap te vergroten en de woonkwaliteit te verbeteren?

Waarom een Energiewijk?

Vitrine

maprenovationwaveenergydistrict01.jpg
190823lapilemecaniquefannymonier.jpg
vitrinemiddel1.svg
01ew10onzichtbarenetwerken.jpg
wijkregisseurasset16.svg
20210531agendablaadjeenergie.jpg
schermafbeelding20210601om203459.png
link.svg
20210528buffervatenergiewijken.svg

We oogsten kennis en kansen door te wandelen op locatie. Via portretten van bewoners en kenners halen we op wat leeft en bundelen we de noden tot een scherpere vraag.

Plan van aanpak

werfhelm.png
stift.png
werfschoen.png
sleutel.png
werfschoen.png
baksteen.png
baksteen.png
play.png
play.png

De technologie is klaar om energiezuinig te bouwen, maar enkel met een collectieve aanpak kunnen we versnellen. We moeten zowel ruimte als energie delen. Werken op wijkschaal is hiervoor de sleutel.

Bouwplaats

i
1. Coördinatieplatform: Lokale besturen en vertegenwoordigers uit de wijk richten samen een platform op om energieprojecten in de buurt te coördineren

Bij bedrijven, bewoners, beheerders en bestuurders van een wijk bestaat een grote wil om projecten op te zetten rond gebouwrenovatie, lokale productie van energie en het opslaan van energie. In een energiewijk blijft het niet bij een losse verzameling quick wins of pilootprojecten. Er is daarentegen nood aan een integraal en coherent programma waarbij uiteindelijk alle gebouwen en huishoudens worden meegenomen. Daarvoor wordt een coördinerend platform op schaal van de wijk opgericht, waar een stad of gemeente samen met lokale organisaties zoals scholen, sociale huisvestingsmaatschappijen, wijkcentra en sportverenigingen, maar ook ontwikkelaars, energieleveranciers, investeerders en burgervertegenwoordigers, rond de tafel zitten en ondersteund worden door experts (zie bijvoorbeeld het ‘Coördinatieplatform’ in de Brusselse Noordwijk). Zo ontstaat een gestructureerde vorm van uitwisseling en een nieuw organisatiemodel voor actoren om samen te werken. Zij brengen in eerste plaats het energiepotentieel in kaart en leggen de noden en wensen van de bewoners bloot (zie bijvoorbeeld de sociaal-technische mapping van Bospolder-Tussendijken in Rotterdam). Binnen het coördinatieplatform wordt vervolgens een programma op maat opgezet en wordt een ‘wijkregisseur’ aangesteld om begeleiding en ontzorging op maat aan te bieden. De resultaten worden zorgvuldig gemonitord en de acties zo nodig bijgestuurd. De transformatie van de wijk is een coherent en integraal project.

bouwstenen: Coördinatieplatform Brussel LEAP Bospolder-Tussendijken
i
2. Collectief renovatieprogramma: De bouw- en dienstensector ontwikkelt de technieken en businessmodellen om verschillende woningen tegelijk aan te pakken

In woonwijken worden selectieve ingrepen, zoals het isoleren van het dak of het plaatsen van zonnepanelen, vooral gerealiseerd door individuele en kapitaalkrachtige bewoners. Maar een integrale en collectieve aanpak betekent zowel financieel-energetische efficiëntie als sociale winsten: goedkopere offertes, snellere bouwwerken, warmtewinst van de buren, een sterker buurtgevoel en sociale inclusie. Aannemers en materiaalproducenten passen hun bedrijfsmodel daarom aan om een snelle, massale en collectieve renovatie te realiseren (zie bijvoorbeeld het Nederlandse ‘Energiesprong’ of ‘Machiels Building Solutions’). Tegelijkertijd zien we dat het moeite kost om echt alle huishoudens in een wijk mee te krijgen en dat in België een collectieve mentaliteit nog niet is ingeburgerd. Nieuwe organisaties en tussenpersonen proberen mensen te ontzorgen en zo een mobiliserend mechanisme uit te bouwen voor collectieve renovatie (zie bijvoorbeeld ‘Energent’, dat deur aan deur gaat in de wijk).

bouwstenen: Energent
i
3. Energiegemeenschappen: Burgers en lokale organisaties nemen eigenaarschap op in energie-uitwisselingsprojecten in hun wijk

Binnen een lokale energiegemeenschap kan geproduceerde energie onderling uitgewisseld worden, idealiter tussen actoren met verschillende consumptiepatronen. In plaats van overtollige energie terug te sturen naar het net, kunnen meer mensen profiteren van lokaal opgewekte hernieuwbare energie. Burgers kunnen bijvoorbeeld mee investeren in zonnepanelen op grote daken in de buurt (zoals een school of loods). Die produceren meer energie dan ze op bepaalde momenten kunnen verbruiken, waardoor het overschot kan verdeeld of verkocht worden aan leden die er op dat moment nood aan hebben. Goede afspraken maken over de verdeelsleutels, het gebruik van data en het onderhoud van de gemeenschappelijke infrastructuur is hierbij cruciaal. De energiegemeenschap neemt zo haar energie in eigen handen! Er ontstaat een vorm van eigenaarschap en bewustzijn over het lokaal genereren en consumeren van energie. En zelfs als je niet het kapitaal hebt om zelf te investeren, kan je aan een goedkoper tarief lokale energie afnemen. Hoewel het (momenteel) in België wettelijk nog niet toegestaan is om stroom rechtstreeks te delen of te verkopen aan buren, is een nieuw richtinggevend kader in de maak.

bouwstenen: SunGilles / Vlogaert Nos Bambins
i
4. Nieuwe financieringsmodellen: Private, publieke en coöperatieve spelers zetten samen een ambitieus investeringsfonds op

Nieuwe financieringsmodellen moeten mogelijk maken om investeringen in de energietransitie op grote schaal uit te rollen. Het huidige systeem van premies gericht op individuele, kapitaalkrachtige burgers bereikt te weinig mensen. Een ambitieus investeringsfonds moet kunnen ’rollen’: de investering in renovatie of lokale productie verdient zich na een zekere periode terug en kan opnieuw belegd worden. Overheden kunnen zich richten op sociale huisvesting en kwetsbare groepen (zie bijvoorbeeld ‘Dampoort KnapT OP!’, waarbij noodkopers in staat worden gesteld om te renoveren). Daarnaast richten burgers (regionale) coöperatieve vennootschappen op om zonnepanelen, windmolens of warmtenetten te installeren (zie bijvoorbeeld ‘Klimaan’ in Mechelen). Ze kiezen er veelal voor om de gemaakte winst opnieuw te investeren in lokale (sociale) projecten. Ten slotte zijn er private ESCO’s (Energy Service Company’s) die vaak de prefinanciering van energiezuinige renovaties op zich nemen en met de terugverdiende investering nieuwe innovaties ontwikkelen (zie bijvoorbeeld ‘Wattson’). Een investeringsmodel met een mix van private, publieke en coöperatieve middelen kan deze drie drijfveren verzoenen.

bouwstenen: Energent Dampoort KnapT OP!
i
5. Publieke energiestrategie: Lokale besturen gaan strategisch om met de publieke ruimte en gebouwen in hun eigendom

Heel wat infrastructuur die zich in onze publieke ruimte of in publieke gebouwen bevindt, verbruikt ook energie. Tegelijkertijd bieden ze heel wat kansen om hernieuwbare energie op te wekken. Wat als we zonnepanelen plaatsen op publieke daken en hiermee vervolgens de straatverlichting, bus- en metrohaltes of zelfs elektrische oplaadpunten van stroom voorzien? Ook groenafval en snoeihout uit publieke parken kunnen systematisch worden opgehaald en gecomposteerd in een biogascentrale (zie bijvoorbeeld het Nieuw Administratief Centrum in Brasschaat). Zo wordt de productie van energie in de publieke ruimte een openbare dienst. Lokale besturen geven het goede voorbeeld. Ze zetten de publieke ruimte en gebouwen efficiënt in en de publiek geproduceerde hernieuwbare energie wordt voor iedereen beschikbaar gemaakt.

bouwstenen: Nieuw Administratief Centrum Brasschaat
i
6. Buurtbuffer: Energiedistributeurs voorzien opslagcapaciteit in de wijk als deel van de vaste energie-infrastructuur

De grote uitdaging bij de productie van hernieuwbare energie is dat ze niet constant is en dus (letterlijk) varieert met de stand van de zon, de wind, het water en de seizoenen. Om overdag opgewekte elektriciteit of warmte ’s avonds te kunnen gebruiken, moeten we die tijdelijk kunnen opslaan. In plaats van individueel onze eigen energie te bufferen, is het logischer om energie op te slaan op wijkschaal (zie bijvoorbeeld de wijkbatterij in Oud-Heverlee). Het is energetisch efficiënter en economisch interessanter. Maar de technologie is nog volop in ontwikkeling en (nu nog) vaak zeer duur. Om ‘buurtbuffers’ structureel in te bedden, moeten ze een integraal onderdeel vormen van onze wijkinfrastructuur. Kunnen we een systeem bedenken waarbij het opslaan van energie op wijkschaal structureel georganiseerd wordt door de stad of door de energiedistributeurs, net zoals vandaag gebeurt bij het rioleringssysteem of een warmtenet? Zo ontstaat een vorm van publiek-private cofinanciering: de energie wordt decentraal opgewekt door burgercoöperaties, de infrastructuur wordt centraal aangeboden.

bouwstenen: Wijkbatterij Oud-Heverlee
i
7. Warmtenet: Industriële of andere spelers leveren restwarmte. Netbeheerders en lokale besturen investeren gezamenlijk in de publieke ruimte

Een warmtenet gebruikt restwarmte van fabrieken of andere warmtebronnen om huizen en bedrijven te verwarmen (zie bijvoorbeeld ‘Oostveld’ in Eeklo). De centrale warmtebron wordt met buizen onder de grond, via een warmteoverdrachtstation, verbonden met de afnemers, als alternatief voor de huidige, individuele verwarmingsboilers. De aanleg van een warmtenet vergt grote infrastructuurwerken, is ontzettend duur (minimum één miljoen euro per kilometer) en is daarom pas rendabel als een hele wijk kan worden aangesloten. Vaak wordt er gewerkt met twee of meer instapmomenten, bedoeld om bewoners stapsgewijs te overtuigen. De investering is een kans om meteen ook werken aan de publieke ruimte uit te voeren, zoals de vervanging van het rioleringssysteem, de klimaatadaptieve herinrichting van een verhard plein of de aanleg van een nieuw fietspad. Het openleggen van de straat biedt kansen om te investeren in de toekomst.

bouwstenen: Warmtenet Eeklo
i
8. Bovenlokaal programma: De regionale en federale overheid werken het wetgevend kader, de instrumenten en de kennis uit om energiewijken te vermenigvuldigen

De energietransitie en de grootschalige renovatiegolf die daarmee gepaard gaat, zijn een Europese en nationale doelstelling. Daarom ontwikkelen onze bovenlokale overheden de nodige tools om een veelheid van lokale projecten te ondersteunen. In de eerste plaats bouwen ze een stimulerende omgeving waarbinnen energiewijken kunnen floreren: de drijfveren om onze bestaande gebouwen te laten overschakelen op hernieuwbare energie en om massaal te renoveren, worden hier vormgegeven (bijvoorbeeld een CO2-belasting op energieprijzen of de beslissing van Nederland om in 2050 geen aardgas meer te gebruiken). Vervolgens spelen nationale programma’s een rol om te leren uit lopende initiatieven en om de nodige instrumenten en capaciteiten te ontwikkelen om lokale wijken te begeleiden (zie bijvoorbeeld het ‘Programma Aardgasvrije Wijken’ in Nederland). De bundeling en uitwisseling van expertise leiden tot een vermenigvuldiging van energiewijken op het terrein.

bouwstenen: Programma Aardgasvrije wijken
i
9. Monitoring: Technologie- en innovatiebedrijven faciliteren de analyse en het sturen van data over energieconsumptie en -productie

Het continu meten van gegevens is nodig om de wisselvalige productiepieken van hernieuwbare energie af te stemmen op de consumptie, om de gebouwprestatie te meten en bij te stellen en om mogelijke koppelkansen tussen stakeholders in de wijk te vinden en zo verliezen te beperken. Daarin bestaan verschillende gradaties: van het verzamelen en visualiseren van gegevens, of een ‘community dashboard’ dat de uitwisseling tussen aandeelhouders faciliteert, tot een volledige ‘digital twin’ om real time beslissingen te nemen over een geheel grondgebied. Verschillende nieuwe bedrijven en platforms bouwen de nodige technologieën en business cases uit om deze datamonitoring op zich te nemen (zie bijvoorbeeld ‘WeSmart’). Daarbij is het cruciaal dat er meer data beschikbaar is en dat de mogelijke privacy-afwegingen (bijvoorbeeld over het openbaar maken van persoonlijke energierekeningen, gedetailleerde 3D-modellen en productiedata op gebouwniveau) worden uitgeklaard.

bouwstenen: WeSmart

Zowel private als publieke initiatieven zetten hun schouders onder de energietransitie. Hoe passen al die Bouwstenen in een wetgevend en ruimtelijk kader dat investeringen stimuleert en lukt het ons om de lange termijn winsten eerlijk te verdelen?

Ontdek de kaart met alle Bouwstenen

Bouwstenen

bouwstenen

Nos Bambins

Het proefproject ‘Nos Bambins’ in Ganshoren deelt de stroom die opgewekt is met zonnepanelen op het dak van een school met enkele buren in de straat, en is daarmee een van de eerste energiegemeenschappen in Brussel.

Coördinatieplatform Brussel

Het Coördinatieplatform heeft tot doel om de instrumenten, middelen en stakeholders samen te brengen en te operationaliseren om van de Brusselse Noordwijk een Positive Energy District (PED) te maken. Dit orgaan moet een visie ontwikkelen voor de hele wijk en de verschillende afzonderlijke energieprojecten coördineren.

Dakparkschool

Een school als katalysator om de omliggende straten bij de energietransitie te betrekken

WeSmart

Het digitale ‘community dashboard’ van WeSmart ondersteunt energiegemeenschappen om in real-time hun eigen productie en verbruik te bekijken, om slimme beslissingen te nemen en zo hun energiefactuur te optimaliseren.

SunGilles / Vlogaert

In de woontoren van SunGilles worden huurders betrokken in de verdeling van de energie die op het dak wordt opgewekt. Dit pilootproject toont hoe ook mensen zonder eigen kapitaal kunnen deelnemen aan een energiegemeenschap.

Programma Aardgasvrije wijken

Nederland wil tegen 2050 aardgasvrij worden. Het Programma Aardgasvrije Wijken is een bovenlokaal programma dat verschillende lokale testsites samenbrengt om collectief lessen te trekken, en zo de vermenigvuldiging van aardgasvrije (energie)wijken op gang te brengen.

Nieuw Administratief Centrum Brasschaat

In het Nieuw Administratief Centrum Brasschaat wordt het snoeiafval uit de gemeente gebruikt om het gemeentehuis te verwarmen.

Dampoort KnapT OP!

In het project Dampoort KnapT OP! legt het OCMW een rollend fonds aan om ervoor te zorgen dat ook kwetsbare gezinnen de nodige energierenovaties kunnen realiseren.

Warmtenet Eeklo

De gemeente Eeklo neemt met de aanleg van haar warmtenet opnieuw het voortouw in België. Het warmtenet is niet alleen het grootste van het land, het is ook deels in handen van de burgers zelf.

Energent

Energent investeert geld van haar coöperanten in hernieuwbare-energieprojecten en energiebesparingen. Daarnaast levert de organisatie omkaderende energiediensten om burgers te mobiliseren en te ontzorgen.

Klimaan

Klimaan is een voorbeeld van een coöperatieve vennootschap die met burgerkapitaal investeert in hernieuwbare energie, maar ook in andere commons zoals water, grond of lucht. Klimaan is een regionale community met lokaal verankerde deelgroepen.

Wattson

Wattson is een Belgische ESCO (Energy Service Company). Het bedrijf richt zich op het integraal renoveren van projecten, waarbij verschillende energiebesparende maatregelen worden gecombineerd met het installeren van duurzame energie. Wattson neemt de investeringen voor zich, die zich terugverdienen met het budget dat vrijkomt door de lagere energiefactuur.

Wijkbatterij Oud-Heverlee

De eerste wijkbatterij in Oud-Heverlee toont aan dat energie opslaan op wijkniveau om productiepieken uit te vlakken en het elektriciteitsnet te ontlasten, kan uitgroeien tot een innovatief en collectief wijkproject.

LEAP Bospolder-Tussendijken

Een gecoördineerde aanpak voor een Local Energy Action Plan in de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken gebruikt de energietransitie als een middel om de levensstandaard van de hele buurt te vergroten.

De Nieuwe Dokken

Buurtbewoners delen de eigendom van hun energie-infrastructuur

Brabo I

Een architectenbureau wordt bemiddelaar om bewoners mee te krijgen in een renovatiestrategie

Verbiest

Een renovatie die gewoontes grondig in vraag stelt

Logboek

08.11.22
foto: Bob van Mol

© Bob van Mol
10.06.21

Audio recording : Live #4 Towards a new European Practice

Een gesprek met Dirk Somers, Koen Wynants, Nadia Casabella, Mike Emmerik, Hanne Mangelschots, Denis Cariat, Alessandro Rancati, Lene De Vrieze en Joachim Declerck.
Het maatschappelijk initiatief De Grote Verbouwing 2020-2030 heeft als doel het vullen van the missing link: de ontbrekende verbindingen tussen de vele experimenten en praktijken in het veld en de ambitieuze top-down doelen. Uitgangspunt van dit initiatief is dat we vaak geneigd zijn veel energie te steken in het ontwikkelen van plannen en het komen tot ambitieuze overeenkomsten, terwijl de echte vraag gaat om overgaan tot actie. Hoe kunnen deze grote ambities leiden tot concrete veranderingen in onze straten, buurten, bedrijven, enz. Hoe activeren en ondersteunen we de verschillende actoren bij het uitvoeren van deze projecten? De Grote Verbouwing heeft de ambitie om publieke, private en maatschappelijke krachten en expertise te bundelen, om vanuit co-creatie te komen tot versnellingsstrategieën voor strategische herstel- en transitieprojecten zoals voedselparken, energiewijken en toekomstgerichte klimaatstraten. Door gebruik te maken van de kracht van verbeelding, vormen we coalities en formuleren we strategische werven die tussen nu en 2030 kunnen worden gerealiseerd.

Het eerste rondetafelgesprek van deze middag focust op bestaande praktijken die veranderingen provoceren of inspelen op de veranderende uitdagingen. Aan wat voor praktijken hebben we eigenlijk de meeste behoefte? In het tweede gesprek positioneren we het initiatief van De Grote Verbouwing in de context van een groter netwerk van dit type omgevingen om innovatieve praktijken te mobiliseren en te versnellen om zo tot een implementatiegolf te komen - het onderwerp van de afsluitende rondetafel. Hoe verbeelden en creëren we de paden om de ambities van de Green Deal te verwezenlijken? Wat zijn de noodzakelijke voorwaarden om de overgang naar actie te versnellen?

De Grote Verbouwing is een onafhankelijke leeromgeving, incubator en publieksprogramma, opgezet door een diverse groep maatschappelijke actoren. Het legt zich toe op de concrete landing van Europese en nationale relanceplannen en de Green Deal, en is een partner-initiatief van New European Bauhaus.


Programma:

13:00 – 14:15
Round-table 1: Architecture and Transition
With Dirk Somers (Bovenbouw Architectuur), Koen Wynants (Commons Lab) and Nadia Casabella (1010 architecture urbanism)

14:30 – 15:45
Round-table 2: Platforms for Practices
With Denis Cariat (Charleroi Métropole), Hanne Mangelschots (Architecture Workroom Brussels) and Mike Emmerik (Independent School for the City)

16:00 – 16:15
The Great Transformation: initiative and online platform

16:15 – 17:00
Round-table 3: Landing the Green Deal
With Alessandro Rancati (New European Bauhaus), Dirk Somers (Bovenbouw Architectuur) and Denis Cariat (Charleroi Métropole)

Moderated by Joachim Declerck (Architecture Workroom Brussels)

vimeo.com
03.06.21
Deze kaart van de bebouwde omgeving in het Brussels-Vlaamse gewest illustreert de omvang van de uitdaging voor de collectieve renovatie die nodig is om het energievraagstuk aan te pakken.
03.06.21
559994466
Hoe verbeteren we de energieprestatie van ons gebouwenpatrimonium op een collectieve en betaalbare manier, niet alleen om CO2-emissies terug te dringen en onze duurzaamheidsdoelstellingen te behalen, maar ook om lokaal ondernemerschap te vergroten en de woonkwaliteit te verbeteren?
Rond deze vraag openden we op donderdag 3 juni de tweede werkruimte op het online platform van De Grote Verbouwing. Voor de gelegenheid gaan we in gesprek met architect en stadsontwerper Eva Pfannes (OOZE), ontwikkelingsactivist Jim Segers (CityMine(d)), energie-expert Ruben Baetens (3E) en Joachim Declerck (AWB) tijdens de Great Transformation Session – Energy districts: Designing The Renovation Wave.

Ons bestaand gebouwenpatrimonium is een van de grote uitstoters van CO2 en is nog steeds ontzettend afhankelijk van fossiele brandstoffen. Het optrekken van de prestatie van onze verouderde woningen is daarom nodig en betekent tegelijkertijd een sprong in woonkwaliteit. Lokale energieproductie houdt de winst bovendien bij de gebruikers. Als we dat gezamenlijk aanpakken, kunnen we niet alleen de prijs drukken, maar ook het buurtgevoel en de sociale samenhang in een wijk versterken. De grote uitdaging is om dit soort energiewijken te mainstreamen.

Welke organisatiecapaciteit, businessmodel en aanpak is nodig? Kunnen we bewoners aanspreken op hun eigen noden, problemen en motivaties? Hoe kunnen de bouw-, innovatie- en dienstensector, de coöperaties, de lokale besturen, de Brusselse, Vlaamse en Belgische overheden, de energiedistributoren en -regulatoren hier een rol in spelen?
02.06.21
Op basis van een reeks stakeholdertafels met architecten, lokaal beleid, ontwikkelaars, energiecoöperaties en experts werd een advies voor een ruimte- en energiebeleid geformuleerd dat stelt dat een wijkaanpak de hefboom kan zijn voor de realisatie van de energietransitie.
02.06.21
In het onderzoek en de publicatie ‘De Lage Landen 2020–2100. Een toekomstverkenning’ wordt het concept van “energiewijken” voorgesteld vanuit een ruimtelijke analyse en hypothese voor de hernieuwbare energietransitie.
02.06.21
557952326
Electricien Simon bekijkt het energieprobleem praktisch. Wat is nodig om een woning duurzaam te verwarmen? Hij belicht de uitdaging die voor ons ligt om de samenleving op grote schaalenergieneutraal te maken. Zijn conclusie: de juiste individuele keuzes maken het verschil, maar nog belangrijker is dat die keuzes zo snel mogelijk en door zoveel mogelijk mensen tegelijk gemaakt worden.
18.05.21
552713586
Het Rollend Klimaatfonds voorziet laagdrempelige leningen voor burgers om hun woning in één klap energiezuinig te maken. Doordat de maandelijkse besparing op de energiefactuur groter is dan het aflossingsbedrag, komt een comfortabele woning ook voor de lagere inkomens binnen handbereik, volgens econoom Koen.
18.05.21
552713397
Zonnepanelen en lokale groene energie voor zowel de grote als de kleine portemonnee. In Sint Amandsberg, bij Gent, kwam het dankzij het stadsprogramma Buurzame Stroom binnen de mogelijkheden voor Els en haar medebewoners – zonder de gentrificatie aan te jagen.
28.04.21
Wandelworkshop: Coordinatie Platform Energie Brussel Noordwijk
Wandelworkshop: Coordinatie Platform Energie Brussel Noordwijk
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Promenade Atelier in beeld
Promenade Atelier in beeldLangsheen een route in de Brusselse Noordwijk leren verschillende actoren elkaar en de buurt kennen. Ze gaan in gesprek om de noden en kansen te oogsten en samen na te denken over verschillende toekomstige energieprojecten.
Wandelworkshop
Wandelworkshop
© Bob Van Mol
Op 28 april werd in de Brusselse Noordwijk een wandelworkshop georganiseerd. Deze vond plaats in het kader van het Coördinatieplatform Energie, geïnitieerd door de Stad Brussel en in samenwerking met 3E en Architecture Workroom Brussels. De wandeling had de ambitie om het lokale potentieel en de behoeften te verkennen en te oogsten om zo een alomvattend en geïntegreerd proces op te starten om een Positieve Energy District (PED) te bouwen in deze diverse buurt.
Verschillende gemobiliseerde en actieve actoren op het gebied van de energietransitie, die ook deel uitmaken van de lopende uitwisselingen die georganiseerd worden binnen het Coördinatieplatform, werden uitgenodigd om samen na te denken tijdens deze wijkverkenning. Hier werd gefocust op de vraag hoe we door het identificeren van potentiële lokale energieprojecten collectief de energietransitie in de Noordwijk moeten beginnen uittekenen en realiseren.
Tegelijkertijd werden ervaringen van andere Belgische cases, waar de energievraag centraal stond in de ontwikkeling van lokale energieproductie en in het uitstippelen van een strategie voor een energiedistrict, in de discussie betrokken. Tijdens de wandeling werden verschillende uiteenzettingen gegeven door deskundigen om het gesprek met specifieke kennis te voeden. In de buurt van de sociale woontorens van de Foyer Laekenois, gaf Jean Frippiat van APERe een eerste pitch waarin hij uitlegde hoe verschillende lokale energiegemeenschappen kunnen worden opgezet. Hij bracht onder andere Nos Bambins en SunGilles als voorbeelden naar voren.

Toen we daarna verder gingen naar het Senne park, vertelde Chloé Verlinden van CityMine(d) meer over hun huidige project SunGilles. Hier proberen ze een lokale energiegemeenschap op te zetten met de bewoners van een woonblok voor sociale huisvesting. Duidelijk in de discussie was dat het energievraagstuk moet doordringen tot het dagelijks leven van de bewoners van de wijk, waar burgers, publieke en private actoren en belanghebbenden een sleutelrol kunnen spelen bij de opbouw van deze energiewijk. Dit zou een collectieve mobilisatie van de buurt impliceren, waarbij sensibilisatie rond de vermindering van het energieverbruik en de lokale productie centrale vragen zijn voor deze verschuiving.

Eenmaal dicht bij de haven en de locatie van de toekomstige Sporttoren, begon de groep na te denken en te discussiëren over hoe nieuwe gebouwen en lokale transformaties een cruciale kans zouden kunnen vormen om lokale energieproductie te implementeren. In dit kader gaven Anne-Sophie Vanhelder, werkzaam bij CityTools en Olga Bagnoli, van de Stad Brussel, een overzicht van het werk dat zij ontwikkelen binnen het Contract de Quartier Durable, als een kans om de energievraag verder te implementeren en te verankeren in de lokale transformaties.
In de discussie werd dan ook duidelijk dat een energiewijk in de Noordwijk veel vragen tegelijk moet aanpakken, en dat er een geïntegreerde manier nodig is om deze cruciale verandering te structureren. Dit was het punt waarop de presentatie van Wannes Vanheusden van 3E aansloot. Hij illustreerde het concept van een community dashboard, hoe het zou functioneren en hoe het een instrument is om de integrale transformatie van het district naar een PED te ondersteunen. Het concept van een community dashboard werd verder uitgediept door Boniface Nteziyaremye, deel van het team van WeSmart, die vertelde over de ervaringen en het werk gedaan voor het Tivoli project.

De wandeling werd afgesloten met een bredere reflectie over wat deze ervaringen in de Noordwijk zouden opleveren. In feite was de wandeling een goede gelegenheid om te beginnen met het bedenken van concrete coalities rond bepaalde projecten en concepten. De discussie in de wijk vormde een testmoment om een vruchtbare bodem te vinden om aan de slag te gaan met de PED. Als resultaat van de wandeling leken drie specifieke concepten relevant om in actie te schieten voor mogelijke energieprojecten in de wijk:

De eerste component heeft te maken met het opzetten en uitbouwen van een lokale energiegemeenschap. Dit zou betekenen dat door het opbouwen van lokale mobilisatie van bewoners dankzij het initiëren van mogelijke dynamieken voor burgerbetrokkenheid en co-creatie, we zouden kijken naar het lokale consumptiepatroon en lokale energie-uitwisselingen zouden opbouwen. Het startpunt zou de gemeenschap rond de Foyer Laekenois kunnen zijn.

Bovendien zijn de nieuwe bouwontwikkelingen, die kenmerkend zijn voor de Noordwijk, geïdentificeerd als een goede gelegenheid om na te denken over hoe de regelgeving als stedelijk planningsinstrument een centrale rol kan spelen in de verbetering van de lokale energieproductie. De ontwikkeling van de Sporttoren langs het kanaal leek een goed startpunt om deze discussie aan te gaan.

Tegelijkertijd werd het lopende proces in het kader van het Contract de Quartier Durable aangehaald als een potentiële proeftuin om de dynamiek van collectieve renovatie van het lokale woningbestand verder te onderzoeken en op gang te brengen, te beginnen bij de Masui-wijk binnen de Noordwijk.

Organisatoren:
Stad Brussel, 3E, Architecture Workroom Brussels

Deelnemers:
Chloé Verlinden (CityMine(d)), Jean Frippiat (APERe), Ruta Aleks (1010au), Fred Tourné (Befimmo), Brigitte Auquier (Leefmilieu Brussel – Departement Energie), Anne-Sophie Vanhelder (CityTools), Alexandre Vanheule (Tractebel-Engie), Christophe Pourtois (Lakense Haard), Lien Dewit (Gemeente Schaarbeek), Jonathan Lukas (Gemeente Schaarbeek), Thomas Deweer (Up4North), Boniface Nteziyaremye (WeSmart), Stijn Oosterlynck (Universiteit Antwerpen), Donatienne Wahl (kabinet Hellings), Laurent Du Bus (Stad Brussel), Arnaud Kinnaer (Stad Brussel), Pierre Hendrickx (Stad Brussel), Olga Bagnoli (Stad Brussel - Stadsvernieuwing), Roeland Dudal (AWB), Chiara Cicchianni (AWB), Hanne Mangelschots (AWB), Lucas Desmet (AWB), Simon De Clercq (3E), Wannes Vanheusden (3E), Filis Zumbultas (Stad Brussel), Lea Kleinenkuhnen (Stad Brussel), Sofia Rueda Castellanos (Stad Brussel), Coralie De Crem (Stad Brussel - Departement Energie), Arnaud Bastogne (Stad Brussel - Departement Energie)

Leeslijst

Artikel
De Standaard
Jef Poppelmonde
Video
VPRO Tegenlicht
Rob van Hattum
Publicatie
Urban Futures Studio, Universiteit Utrecht
Irene Bronsvoort, Jesse Hoffman en Maarten Hajer
Artikel
De Tijd
Henk Dheedene en Sofie Vanlommel
Publicatie
Internationale Architectuurbiënnale Rotterdam (IABR) / Gemeente Rotterdam
CIVIC architects, IABR
Publicatie
Vereniging Deltametropool
Dirk Sijmons, Erik Frijters, Rens Wijnakker, Jasper Hugtenburg, S. Stremke, Boris Hocks, Marco Vermeulen, Paul Gerretsen
Publicatie
Access to Land
Collective document coordinated by Jofre Rodrigo (Xarxa de Custòdia del Territori) and Veronique Rioufol (Terre de liens)
Website
Departement Omgeving
Website
Low Tech Magazine